Hen heeft Hij ook geroepen, namelijk ons, niet alleen uit de Joden, maar ook uit de heidenen.
Ik wens u de genade en de vrede toe van God, onze Vader, en van onze Here Jezus Christus. Aan God, de Vader van onze Here Jezus Christus, komt alle dank en eer toe.
Met alle informatie die we tot nu toe hebben beschouwd komen we steeds dichter bij de diepere lagen en betekenissen van Gods plannen met ons en de aarde. Of beter gezegd, ik kom daar steeds dichterbij. Maar goed, u kijkt hopelijk nog steeds een beetje met mij mee.
Als het Woord spreekt, spreekt het levendig
Het is zo'n adembenemend boeiend en vervullende reis. Dat zal het voor iedereen worden, let maar eens op. Want wie in de Bijbel gaat lezen, ontdekt dat die vanzelf door het Woord toegesproken gaat worden. Vroeg of laat. Voor wie gaat zoeken naar de waarheid, wordt het Woord vanzelf levend. En voor wie het Woord levend wordt, gaat in Jezus geloven. Dat kan niet anders! Dat beloof ik u. Het is té bijzonder om niet door die immense grootheid en de diepte van het geheel geraakt te worden.
God spreekt tot ons door alles in de Bijbel. In het ontvouwen van Zijn plannen, in Zijn intrigerende tijdlijnen, in Zijn keuzes, in Zijn gelijkenissen en ook in de uitleg van Zijn Apostelen. Maar niet alleen op papier, ook in het dagelijkse leven om je heen. Want voor wie zich uitstrekt naar Jezus en zich uitspreekt in gebed naar God in Jezus Naam, krijgt ook antwoorden. In de Geest.
Zo voel ik dat in ieder geval tijdens mijn ontdekkingsreis. Het is een zoektocht die me toch heel veel heeft laten zien op een andere manier dan ik het wellicht zelf, van te voren had bedacht. Over veel onderwerpen, maar zeker ook over de tijdlijnen in Gods feesten.
Het unieke verbond tussen Wet en Genade
Maar tot mijn verrassing ben ik toch ook heel anders gaan kijken naar het unieke verbond tussen de wet en de genade. Daar kom ik zeker nog op terug. Want dat brengt mij ook steeds dichter bij het besef van wat de kern van het geloof is. Wat het juist ook voor ons als mensen inhoud, of zou moeten inhouden. Wat je persoonlijke relatie zou moeten zijn met God, met Jezus, met de Heilige Geest, met de Bijbel, met Israël en met de Kerk. En daarbij natuurlijk ook de relatie met je dierbaren en, in een breder veld, de mensen om je heen. Je naasten.
Maar goed, voor dit onderwerp nu, vooral ook op welke manieren de bijzondere wisselwerking tussen de overeenkomsten en de verschillen tussen het Joodse volk en de gelovigen bestaat. En hoe God dat uiteindelijk oplost aan het einde der dagen. Want er kan geen misverstand meer over bestaan dat dit het allesbepalende moment van de waarheid is. En er kan in de Bijbel zéker geen misverstand zijn over een allesverzengend oordeel dat vooraf geveld gaat worden. Die bekend staat als De Grote Verdrukking.
Ondertussen geloof ik dat niet alleen dat dit moment héél snel komt, maar ook dat daarin de opname een hele speciale en bijzondere rol speelt. Ik neem u graag mee waarom ik dat ik geloof.
De OPNAME wat is dat voor een gebeurtenis?
In de delen hiervoor meldde ik al eerder dat Jezus, in de vier Evangeliën, waarin Hij zelf aan het woord is, niet zoveel zegt over een opname. Daar maken de 'openbaringen van geheimenissen' die door Paulus worden uitgelegd, veel meer over duidelijk. Toch heb ik een van de meest duidelijke teksten die Jezus daarover wél spreekt, al wel vermeld in deel (17) Maar dat was daarin met name om de relatie met het Galilese Huwelijk te laten zien.
Dat ging over wat Jezus zegt in Johannes 14:2-3 "In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen; als dat niet zo was, zou Ik het u gezegd hebben. Ik ga heen om een plaats voor u gereed te maken. En als Ik heengegaan ben en plaats voor u gereedgemaakt heb, kom Ik terug en zal u tot Mij nemen, opdat ook u zult zijn waar Ik ben."
En dat is ook actueel voor het onderwerp van Opname versus Wederkomst. Met name ook over dat laatste deel waarin Hij zegt: Als/dan.... kom Ik terug en zal u tot Mij nemen, opdat ook u zult zijn waar Ik ben." Want hierin vallen ons dan twee aanwijzingen op.
Wie en Waar en Hoe?
Ten eerste valt op dat Jezus zegt dat Hij terugkomt om mensen op te halen en mee te nemen op een plek waar Hij ook is. Naar een plek die Hij heeft voorbereid. Dat is niet op aarde. Want de aarde is immers niet het huis van huis van Zijn vader. Hij zegt dat Hij kamers gereedmaakt, precies zoals we hebben gezien in het vergelijk met de tradities rondom het Galilese huwelijk. (Zie deel 16)
Daarbij is Jezus Christus na Zijn wederopstanding ten Hemel gevaren. Hij zit daar aan de rechterhand van de Vader en is daar onze Advocaat en Pleitbezorger. Bovendien heeft Hij aan de Vader gevraagd om ons een helper te sturen. Sinds Jezus de aarde heeft verlaten heeft Hij ons Zijn Heilige Geest hier op aarde voor ons achtergelaten. ze ondersteuning en om ons te herinneren aan alles wat Jezus ons verteld heeft.
Ten tweede moeten we ons afvragen wie dit dan zijn, die Jezus Christus komt ophalen. De setting is hier dat Hij tegen zijn discipelen spreekt. Dat zijn dus Joden uit het Joodse Volk. Maar hij spreekt tegelijkertijd ook tot Zijn volgelingen. Die in Hem geloven als de Zoon van God. Van Zijn lijden en Zijn wederopstanding zijn zij zelfs ooggetuige geweest en prediken het Evangelie. Wij geloven als Christenen en heidenen dus wat zij geloven en prediken. En dat geldt met nadruk niet voor de Joden.
Het Nieuwe Testament legt uit, bevestigd en verklaard
Dat is een interessant verschil, wat mij betreft. En dat brengt mij ook terug bij de teksten die ik van Paulus citeerde in het vorige deel. Die zeggen wat mij betreft iets over beide kwesties. Ik heb deze teksten hieronder zo zorgvuldig mogelijk weergegeven volgens de grondtekst in mijn eigen vertaling.
Romeinen 11:25 "Broeders en zusters, ik wil dat u niet onwetend bent over dit geheimenis en niet afgaat op uw eigen wijsheid, dat een verharding in een deel van Israël aanwezig is. Dat is totdat de volheid van de heidenen zal binnen komen.
vers 26-27: Dan zal heel Israël gered worden zoals het geschreven staat. Vanaf Sion zal de Ene komen redden en de slechtheid verwijderen van Jakob (volk van Israël) En dat is het voor hen uit Mijn verbond, wanneer ik de zonden uit hen zal wegnemen.
Let op dat in de originele Schrift er geen opdeling in verzen was toegekend aan de tekst. Die is ingevuld door vertalers. Dus regels kunnen samen ook een anders zinsverband hebben gehad.
Paulus verklaart hier dat er een specifiek moment zal zijn voor de redding van de Joden. Dat zij verblind en verhard zullen zijn, totdat er afgerekend zal worden met de heidenen. De voleindiging van de heidenen. Wanneer zullen dan de gelovigen worden gered? Of worden die niet gered?
Dan lezen we uit zijn brief aan de Thessalonicenzen.
1 Thessalonicenzen 4:16-18 "Want de Heere Zelf zal met een luid commando, de stem als van een aartsengel en met de trompet van God, neerdalen uit de hemel. En de doden die in Christus zijn, zullen eerst opstaan. Daarna zullen wij, de levenden die overgebleven zijn, samen met hen worden weggegrist in wolken, om de Heere te ontmoeten in de lucht. En wij voor altijd bij de Heere zullen zijn.
Hierin wordt niets over de Joden vermeld. Paulus schrijft hier dan ook aan Grieken. Hij schrijft aan gelovigen, mensen aan wie het Evangelie is gebracht en die het hebben aangenomen. En dat dat doet hij ook aan de geloofsgemeenschap in Korinthe, waarin Paulus opnieuw een geheimenis openbaart.
1 Korinthe 15:51 "Zie, ik vertel u een geheimenis: Wij zullen wel niet allen slapen, maar wel zullen wij allen veranderd worden. In een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, bij het geluid van de Laatste Trompet. De Trompet zal klinken voor de doden die zullen opstaan als onvergankelijke mensen en ook wij zullen veranderd worden."
Dat de Bazuin of de Trompet een belangrijk signaal afgeeft, is ook wel duidelijk. Bij het geluid van de 'laatste' trompet, staat er zelfs. Al met al lijken dit twee verschillende beschrijvingen te zijn van een belangrijke gebeurtenissen. Die in ieder geval betrekking hebben op het einde der dagen en de wederkomst van Jezus Christus. Dat is wat mij betreft, met welke vertalingsuitleg dan ook, niet over het hoofd te zien.
De Profeten en het Oude Testament vertellen over de Wederkomst
Maar waar het ene een mysterieus vluchtig moment is, is dat beslist niet zo bedoeld voor het moment van de glorieuze wederkomst. Sterker nog, dat is immers precies de reden dat de Joden nog altijd wachten op de glorieuze voorspelde intocht van Jezus als de verlossende Messias. Want, hoewel het in de boeken van de profeten duidelijk was voorzegt, hebben de Joden de aanwijzingen voor de eerste intocht in Jeruzalem helaas volledig gemist.
Zacharia 9:9 "Verheug u zeer, dochter van Sion! Juich, dochter van Jeruzalem! Zie, uw Koning zal tot u komen, rechtvaardig, en Hij is een Heiland, arm, en rijdend op een ezel, op een ezelsveulen, het jong van een ezelin."
Net zoals ze, in Zacharia, óók al hadden kunnen lezen dat ze een ongelooflijke vergissing zouden begaan. Die ze ook hébben begaan. En dat is het voorbeeld, zoals ook voorzegt van de verharding van hun hart, dat Paulus hierboven verklaarde.
Zacharia 12: 9-10 "Op die dag zal het gebeuren dat Ik alle heidenvolken die tegen Jeruzalem oprukken, zal willen wegvagen. Maar over het huis van David en over de inwoners van Jeruzalem zal Ik de Geest van de genade en van de gebeden uitstorten.
Zij zullen Mij aanschouwen, Die zij doorstoken hebben. Zij zullen over Hem rouw bedrijven, als met de rouwklacht over een enig kind; en zij zullen over Hem bitter klagen, zoals men bitter klaagt over een eerstgeborene."
Het zijn ook juist niet de gebruikelijke teksten uit Openbaringen of het Nieuwe Testament die over de wederkomst spreken. Het is juist het Oude Testament dat alles verklaard, van de ontwikkeling van de plannen zoals ze nu verlopen. Wat de profeten voorzeggen over de wederkomst. Dat Hij de Joden met veel machtsvertoon komt redden om zich hier te komen vestigen op aarde.
Ik doe een korte greep uit de profetische boeken van het Oude Testament als samenvatting.
Micha hoofdstuk 4, is ook een hoofdstuk dat u beslist helemaal moet lezen. Het begint met Micha 4:1 "Het zal echter in de laatste der dagen geschieden....
Maar om eerst nog even bij Zacharia te blijven. Zacharia 14:4 "Op die dag zullen Zijn voeten staan op de Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt, ten oosten ervan. Dan zal de Olijfberg in tweeën gespleten worden naar het oosten en naar het westen." Lees vooral dit laatste hoofdstuk 14 helemaal.
Ezechiel 43:2 "En zie, de heerlijkheid van de God van Israël kwam uit de richting van het oosten, en Zijn geluid was als het bruisen van machtige wateren, en de aarde werd verlicht vanwege Zijn heerlijkheid."
Ezechiel 43:4-7a "En de heerlijkheid van de HEERE kwam het huis binnen via de poort die op het oosten uitzag. Toen hief de Geest mij op en bracht mij in de binnenste voorhof. En zie, de heerlijkheid van de HEERE had het huis vervuld."
"Daarop hoorde ik Iemand uit het huis met mij spreken, terwijl de Man naast mij bleef staan,
en Hij zei tegen mij: Mensenkind, dit is de plaats van Mijn troon en de plaats van Mijn voetzolen, waar Ik voor eeuwig wonen zal onder de Israëlieten."
Verder spreekt Ezechiël in zijn boek aan het eind van het afsluitende hoofstuk 48 alvast over een stad met de maten in dezelfde verhouding als het nieuwe Jeruzalem dat Johannes in Openbaringen te zien krijgt. Een nieuwe stad die zal neerdalen uit de Hemel.
Joël 3:20-21 "Juda zal voor eeuwig blijven, Jeruzalem van generatie op generatie. -/- En de Heere zal wonen in Sion."
Hosea 2: 17-18a "Ik zal voor hen een verbond sluiten op die dag met de dieren van het veld, met de vogels in de lucht en de kruipende dieren op de aarde. En boog, zwaard en strijd zal Ik van de aarde doen verdwijnen, en Ik zal hen onbezorgd doen neerliggen. Ik zal u voor eeuwig tot Mijn bruid nemen,... "
Alles rond en na de Wederkomst gaat over vestiging op de Aarde
Alle beloften die de profeten al hebben uitgesproken, worden herhaald en bevestigd door Jezus en de diverse apostelen. De troost, de verzoening, de liefde, het plan, het herstel en de vernieuwing. Maar dan blijkt ook dat de profetieën, en de toelichtingen samen, allemaal spreken over een vestiging op de aarde. Om ook op aarde te gaan regeren. Vanuit Jeruzalem. Om er een 1000 jarig vrederijk te stichten. Om op aarde tussen ons te wonen.
Dus tot zover dan ook het idee dat wij mensen, of gelovigen, naar de Hemel zullen gaan. Want dat is, wat mij betreft, dus overduidelijk niet aan de orde.
Maar wat is dan die periode dat we wél opgaan vanaf de aarde om in de wolken de Heer te ontmoeten. - Om dan op de plek te zijn waar Hij is - Zoals Jezus dus zelf zegt in Johannes waar ik bovenaan dit artikel mee begon. Want er staat duidelijk niet dat Jezus naar ons op de aarde komt, maar Hij de gelovigen, de heiligen, ophaalt. Dat is beslist niet de Wederkomst!
En het boek van Hosea kent 14 hoofdstukken. In het laatste hoofdstuk zegt hij: Hosea 14:10
"Wie is zo wijs, dat hij deze dingen begrijpt en zo verstandig dat hij ze kent?"
"De wegen van de HEERE zijn immers recht. De rechtvaardigen zullen daarop wandelen, maar de overtreders zullen erop struikelen."
Er zijn dus signalen die ervoor zorgen dat rechtvaardigen het begrijpen en voorbereid zijn, maar dat het een Waterloo wordt voor wie zich er niet op voorbereiden. Wordt vervolgd....
Vorige artikel<<< >>>volgende artikel
Comments