top of page

De zon en de maan verbonden in de Zondvloed (3)

Nog een klein stukje zondvloed, voordat ik aan de overige onderdelen ga beginnen die hiermee in verband staan. Dat is vooral omdat de zondvloed zo'n ontzaglijke gebeurtenis is geweest, terwijl we er amper nog bij stilstaan. De aarde is immers vanaf dat moment eigenlijk helemaal opnieuw begonnen. Met een plan dat onveranderd tot dezelfde uitkomst moet leiden.


Maar daarbij komt nog dat de zondvloed ook vooral significant is, als het Einde der Tijden aanbreekt. Er wordt door Jezus specifiek verwezen naar "de dagen van Noach" in dit verband.


Hij zegt in Lukas 17:26-27 (HSV) "En zoals het gebeurde in de dagen van Noach, zo zal het ook zijn in de dagen van de Zoon des mensen. Zij aten, zij dronken, zij namen ten huwelijk en zij werden ten huwelijk gegeven tot op de dag waarop Noach de ark binnenging en de zondvloed kwam en hen allen om deed komen."


Of we daar nu in de buurt zijn, kan niemand echt zeggen. Ik ben geneigd om te geloven dat we wel het seizoen kunnen zien aankomen. Voornamelijk door wat Jezus uitlegt aan Zijn discipelen.


Het is als Hij net uitgebreid de tekenen van het einde der tijden aan hen heeft verklaard, als Hij tegen hen zegt in Mattheüs 24:32-33 (HSV) "Leer van de vijgenboom deze gelijkenis: wanneer zijn tak al zacht wordt en de bladeren uitspruiten, dan weet u dat de zomer nabij is. Zo ook u, wanneer u al deze dingen zult zien, weet dan dat het nabij is, voor de deur."


Maar goed, daarvóór nog wordt de zondvloed aangehaald als een waarschuwing en een teken. Nu kon ik ondanks dat ik werd geraakt door de verklaring dat God het maanjaar en het zonnejaar verbonden zou hebben, desondanks nog altijd niets zinnigs maken van de ijkmomenten in de tijdlijn van de zondvloed. De enige getallen die worden genoemd, zowel heen als terug voor het stijgen en het dalen van het water zijn 7, 40 en 150.


Zo meldt God aan Noach dat hij het na 7 dagen, 40 dagen zal laten regenen. Het water heeft 150 dagen de overhand op aarde. Na 150 dagen zakt het water en blijft de ark op de berg Ararat vastzitten. Verder wordt er met de raaf en duif loslaten nog eens 40 en een meerdere keren 7 dagen genoemd. Zo staat het er ongeveer. De rest van de vermeldingen zijn kalendermomenten. De 17e van de 2e en de 5e maand, de 1e van de 10e maand en zo meer.


Maar dat moment van aanlopen op de berg is in het geheel al na 150 dagen. Want de 17e van zevende maand is precies 5 maanden na de startdatum, die wordt genoemd. Nu kun je met 5 maanden alleen maar op 150 dagen komen als je met de dagen van maanden.... van een zonnejaar telt. Dan moet je nog de datum van aanlopen zelf niet meetellen. Maar anderzijds kun je gewoon niet tot dezelfde datum én op 150 dagen komen, als je met de dagen van maanden in een maanjaar zou tellen.


Maar zou van de 17e tot de 27e van dezelfde maand met een zonnejaar zijn geteld, zou dat in totaal 375 dagen betekent hebben. Ook dat komt helemaal niet overeen met de tabellen die 371 dagen vermelden. Tellingen waar heel veel geleerden goed over nagedacht zullen hebben, maar die sluiten dus geen enkele kalender aan. Kortom, er loopt dus, hoe dan ook, iets helemaal niet synchroon.


Als God een gebeurtenis met een bedoeling als een geheimenis heeft ingepakt, dan komen wij mensen daar niet achter. Dan kunnen we 'wetenschappelijk onderzoeken' wat we willen, zonder resultaat. Nu weten we ook helemaal niets over de gebruikte kalender van vóór de zondvloed. Was dat een maankalender en zonnekalender? Of bestond er nog een ander type kalender of telling? Wij weten het domweg niet.


De Studie Bijbel geeft aan dat er diverse pogingen zijn gedaan symboliek te ontdekken in de getallen, maar dat er eigenlijk geen bevredigende antwoorden zijn gevonden. Het lijkt volgens de Studie Bijbel aannemelijker dat de chronologische gegevens het langdurige verloop van de vloed willen aangeven. 


Maar goed, niettemin ben ik, zoals gemeld, onverwachts geraakt door de constatering, dat het de combinatie is van een maanjaar met een zonnejaar. Die ervaring was dermate bijzonder, dat ik die verklaring dan ook niet kan negeren. Maar zodra ik die ook zelf ging interpreteren en onderzoeken, werd die verklaring ook bijzonder logisch. In meerdere opzichten. Maar het is vooral betekenisvol in symbolische zin, wat mij betreft.


Dus ik geef u hierbij graag mijn toelichting:

__________

Te beginnen met de tekst uit Genesis 1:14 "En God zei: Laten er lichten zijn aan het hemelgewelf om scheiding te maken tussen de dag en de nacht; en laten zij zijn tot aanduiding van vaste tijden en van dagen en jaren!"


Noot: Vooral de melding dat de zon en de maand tot duiding van vaste tijden zou dienen, is bijzonder significant voor de naadloze vervulling van profetieën op de tijden van Joodse feesten die volledig door God zijn ingesteld na de Exodus uit Egypte.


Genesis 1:16-17 "En God maakte de twee grote lichten: het grote licht om de dag te beheersen en het kleine licht om de nacht te beheersen; en ook de sterren. En God plaatste ze aan het hemelgewelf om licht te geven op de aarde"


We krijgen hier de indruk dat de maan zelf licht geeft. De maan wordt daarom ook, net als de zon, aanbeden als een grootheid en is een afgod in veel religies. Maar er staat niet hoe God die lichten heeft gemaakt. Het is goed om te weten dat de maan helemaal geen licht geeft van zichzelf. Het is eigenlijk gewoon een donkere, zwarte, onzichtbare bol als hemellichaam. De maan zou voor ons niet eens zichtbaar zijn geweest, als de zon er niet was geweest.


De maan doet niets anders dan het licht weerkaatsen van de zon. Het is in die zin dan eigenlijk ook een bijzonder slap aftreksel van de zon. Volkomen namaak eigenlijk. Het maakt juist goede sier met het licht van de zon. Want als het van zichzelf in de baan van de zon komt te staan, verduistert het nota bene zelfs de zon even. Het neemt dan zelfs licht wég. Dat zijn die typische momenten in de kalender die eigenlijk laten zien wat de maan werkelijk aan betekenis heeft.



De maan en de aarde zijn tot elkaar veroordeeld en cirkelen om elkaar heen. Ze staan relatief dicht bij elkaar. In relatie met de afstand tot de zon, zelfs zo dicht bij elkaar dat het op afbeeldingen lijkt of de maan haast in onze eigen lucht staat en aan te raken is.


Nu is de aarde in ons zonnestelsel maar een heel klein hemellichaam. Maar, 'in verhouding' tot alle andere manen die rond verschillende planeten draaien, hebben wij de allergrootste maan. De maan is ruim een kwart zo groot als de aarde. De aantrekkingskracht van de maan op de aarde bepaalt de beweging van het water op onze planeet. Want zonder de maan zouden we geen eb en vloed kennen.


Voor ons is de maan dus ook altijd een machtig en intrigerend fenomeen geweest. Die ook aanbidding opleverde. Want de maan is met haar grootte, in verhouding tot een mens, alsnog een ontzagwekkend groot hemellichaam voor ons als mensen. Wij zijn óók bijzonder nietig ten opzichte van de maan. Haar oppervlakte is ongeveer 85% van de oppervlakte van Azië. Een gebied waar wij nu momenteel met ruim 4,5 miljard mensen op wonen.


Maar dan de zon! De zon is de werkelijke bron van licht, warmte en leven. De zon is ook de énige bron. AL ons licht komt van de zon en er komt dus geen enkel licht van de maan. Deze machtige gouden ster is vele duizenden malen groter dan zowel aarde, als de maan. Op precies de juiste afstand is het ook de bron van ons bestaan. Het brengt ons voedsel tot groei en levert ons de vitale vitamine D via onze huid.


Maar.... iets dichterbij zou het ons verschroeien en laten verdampen alsof wij helemaal niets zijn en er zou nooit iets van ons worden teruggevonden. Dat geldt net zo voor de maan. Want ten opzichte van de zon is de maan even nietig als de aarde zelf. Als de macht van de zon, maar heel miniem dichterbij zou komen, zou het lot van de maan precies hetzelfde zijn als die van de aarde.


Wat mij betreft is dit een bijzonder mooie, maar ook een hele waarheidsgetrouwe symbolische voorstelling van onze aardse werkelijkheid in relatie tot God. Met onze donkere maan, die zich vals voordoet als een lichtje in de nacht, maar die zelf niets anders is dan zwarte materie die ons water onafgebroken in beroering houdt.

Het leven op aarde van vóór de zondvloed zag God aan als donker en vol geweld. Dat typeert eigenlijk de maan. De vermengde en vervuilde mens was op aarde, eigenlijk, in symbolische zin, volledig maan geworden. Een zwarte bol, zonder eigen licht. En door het uitroeien van die kwaadaardigheid, heeft God ingegrepen.


Hij heeft de duur van de zondvloed  als voorbeeld gesteld. Een symbolisch voorbeeld aan de machten in de Hemelse Gewesten. Want daar vindt de strijd plaats volgens de Bijbel. In zijn zuivere mathematiek heeft God hier gekozen voor een verbinding tussen maan en zonnejaar. Hij heeft zo voor de zondvloed precies het aantal dagen meer van een zonnejaar, boven die het maanjaar gebruikt. En het daarmee overtroffen, op de plek gezet en de orde hersteld.

__________


Tot zover!


Ik heb de wijsheid niet in pacht. Voor deze verklaring durf ik geen waarheid of wetenschappelijke bevestiging te claimen. Maar is de genoemde begin- en einddatum uiteindelijk niet het grote handvat van de tijdlijn van de Zondvloed?


Daarbij vind ik de onnavolgbare versmelting van de dagen van een zonnejaar met die van een maanjaar, prachtige symboliek. In een vorm die, wat mij betreft, volkomen zou passen bij Gods Majesteit en de eeuwigheidswaarde van zijn kennis.


In ieder geval staat er wel in de Bijbel dat God berouw had toen Hij al die verdorvenheid zag. Hij heeft zichzelf blijkbaar ternauwernood weten te overtuigen om Zijn eigen schepping niet volledig te vernietigen. Maar uit volkomen liefde, rechtvaardigheid en trouw aan Zijn eigen plan heeft Hij precies de enige generatie in leven gehouden, die altijd al onderdeel uitmaakte van Zijn soevereine heilige plan.


Wat mij betreft heeft God hiermee Zijn oneindige liefde en trouw laten zien voor Zijn eigen Schepping. Die liefde heeft zo ook de jaloezie en afgunst van het kwaad op de mens, verder vergroot. De strijd vindt plaats in de Hemelse Gewesten en dat is een afrekening waarvan wij onderdeel zijn. Het is een strijd op een niveau waar wij volkomen onwetend en onbetekenend in zijn.


We zijn weliswaar het onderwerp van Gods liefde en Hij heeft onvoorwaardelijk voor ons gekozen. Maar de liefde en de zuiverheid van God kan onmogelijk gecompromitteerd worden door Zijn rechtvaardigheid te buigen. Het is Gods almachtige vernuft dat wij aan het werk zien.


En dat is om ons los te weken van het kwaad dat uitgeroeid moet worden, maar dat ons in bezit heeft genomen. Tegelijkertijd moet er ook recht gesproken worden over het onrecht en er kan niemand ontsnappen aan de vastgestelde straf die opgelegd en uitgevoerd dient te worden. Daarbij is het noodzakelijk om ook het kwaad, eerlijk en rechtvaardig, net zo veel en net zo lang de kans te geven om tot inkeer te kunnen komen, als dat het in verhouding staat met de duur van haar bestaan en haar schepping.


En dat dus allemaal zónder onrechtmatig ingrijpen aan de natuurlijke koers van het leven zoals het zich moet ontwikkelen. Tegelijkertijd weet God ook ons allemaal nog in te lichten met voldoende informatie die bij ons vermogen om te begrijpen past. Zodat wij ruim voldoende onderwijs hebben om Hem daarmee, uit vrije wil, te geloven, te vertrouwen, te vrezen en Hem lief te hebben en te eren.


Stukje bij beetje onderwijzend, maar niet zonder de ondersteuning van de Heilige Geest, worden wij in staat gesteld om ook van Zijn plan op de hoogte zijn. Maar nergens in detail, omdat we die kennis helemaal nooit aankunnen. Maar ook niet in het geheim zodat het kwaad onwetend is en kansloos zou zijn voor redding.


Het is van zo'n ontzagwekkende grootsheid dat wij mensen geen enkel benul hebben van wat God allemaal tegelijk aan het doen. En toch wagen wij het, verbijsterend genoeg, Zijn plannen ook nog doorlopend in twijfel te trekken. Aangevoerd en opgejut door de stokoude, maar altijd effectieve strategie van het hemelse gevallen kwaad met al zijn trawanten.


Het is de combinatie van allerlei informatie die mij wekenlang bereikte, waardoor ik tot het schrijven van deze serie met dit onderwerp kwam. Met ook die laatste ontdekking, werd mij de verbinding ertussen bevestigd. Wat God in de basis tegen ons wil zeggen. Hoe we door de zeggingskracht van gebeurtenissen en onderwerpen te verbinden, ook de omvang van de waarschuwing te begrijpen om het kwaad niet te negeren en te onderschatten.


Zo is dus deze serie ontstaan. Lees daarom dan ook nog wat verder met me mee in het onderzoek en de beschouwingen in de volgende delen, want die verbinding in de onderwerpen is juist wat er nog nadrukkelijk aan bod zal komen.

Ik dank, prijs en eer Zijn grote Naam. Ik dank Hem voor Zijn leiding in mijn leven. Voor Zijn genade om mij te hebben gezien en hoe Hij Zichzelf aan mij getoond heeft.
Ik dank God, voor Zijn bijzondere offer waarmee niet alleen ik, maar ook u en iedereen, die dat wil aannemen, gered zijn geworden.






58 weergaven0 opmerkingen
bottom of page