top of page

Als je verleerd bent om te voelen

Bijgewerkt op: 17 apr

Onveilige hechting: Een sluimerend ongeluk dat staat te gebeuren...


Ik hoor het mezelf vertellen. Een verhaal dat ik goed ken. Logisch, want het gaat over mezelf. Het is de tweede keer dat ik op een 'mannenkring' ben. Het is een kleine groep die al 7 jaar bestaat en waarvoor ik al eerder en vaker was uitgenodigd.


Er is behoefte aan openhartige eerlijkheid om een ban te breken en dat is waarvoor ik ondertussen al wel een beetje bekend sta. Dat is het idee dat ik er eerder bij had. Omdat ik weet dat ik zelf nog zo diep in mijn eigen proces zit, pas ik ervoor om als een 'katalysator' voor anderen te gaan functioneren.


Maar, wie mij ervoor heeft uitgenodigd, denkt waarschijnlijk ook mij daarmee te helpen. En dat idee, hoe goed bedoeld ook, daar wil ik eigenlijk niet aan. Ik vertrouw er ook niet zo op dat dit het niveau en de diepgang zal hebben dat mij persoonlijk verder zal kunnen helpen. Daarbij heb ik het niet ook zo op een 'mannenavond' als bezigheid.


Maar er is een moment dat het toch weer ter sprake komt. Waardoor ik, op de dezelfde dag nog, dan toch verschijn. Dan een maand later voor de tweede keer. Hierin komt het onderwerp wel dichterbij een soort van kern. "Door welke bril kijk jij?" is de kop van hoofdstuk 4 van het boekje dat zij deze avond willen afronden.


Ik heb eigenlijk geen zin om mijn riedeltje op te dreunen. Dat wil zeggen; het verhaal dat ik al zo lang vertel aan mensen. Tenminste, als ik wat minder oppervlakkig moet uitleggen wie ik ben en waar ik vandaan kom. Maar omdat ik nieuw ben in deze omgeving en deze provincie, heb ik dat in de afgelopen jaren weer veel vaker moeten vertellen.


Maar als zo'n situatie zich dan voordeed, probeerde ik het eigenlijk al steeds beknopter te vertellen. Als een samenvatting met een snelle, korte opsomming van de hoofdpunten. Alsof het niet meer zo belangrijk is en in de verleden tijd hoort.


Zo voelt het ook. Want het is de identiteit van wie ik ben, maar die niet meer relevant is, lijkt het. Achteraf gezien, blijkt hieruit dat ik nu ook écht een ander leven leef en is het ook de bevestiging dat er zich sinds mijn bekering een heel ander proces in mijn leven afspeelt.


Maar dat verhaal, is hoe ik mijn eigen leven al heel lang heb ingekleurd. En zo tekende ik het ook altijd aan anderen. Volgens een vast patroon verklaar ik gewoontegetrouw dat de grote aanwijsbare en verklaarbare gebeurtenissen mij gevormd hebben. Het is de bril waardoor ik kijk en wat ik aan anderen doorgeef óver mezelf.



Het is iets dat iedereen ook altijd heel logisch vindt. Wat erg dat ik mijn broertje moest verliezen. Akelig ook dat ik nog zo jong was en dat het ook nog eens zo kort na de scheiding van mijn ouders is. Ik meldde zelf steevast 'de blokken van 3 jaar' in het patroon. Dat als een extra sausje het verhaal een goed lopende volgorde geeft.


Met 18 jaar ben ik direct uit huis gegaan. Zodra de gelegenheid zich voordeed, nadat ik als 15-16 jarige de religieuze sekte, waarin ik door mijn ouders terecht ben gekomen, de rug had toegekeerd. Ik laat dan een complete leefgemeenschap achter, waarin ik mijn hele jonge leven ben opgegroeid. Opgegroeid in een soort van schizofrene dubbele werkelijkheid. Daar ben ik gevormd.


Maar ik ken niets anders en dat laat ik achter om in mijn eentje in een onbekende wereld helemaal opnieuw te beginnen. Dat héle gedeelte is in mijn verhaal gemakshalve gekoppeld aan het 'op mijn 18e uit huis gaan'. En dan volgen daarna de 'echte' statistische traumatische ervaringen: met 21 jaar de scheiding van mijn ouders en met 24 jaar het overlijden van mijn broertje.


25 jaar ben ik dus, als ik dan de grip en controle op mijn eigen leven terugneem. Ik heb een andere baan, een nieuw huis gevonden om 'echt' in te kunnen 'samenwonen' en ik vraag mijn vriendin ten huwelijk na een jarenlange relatie.


Wat mooi, hoe die cyclus van drie jaar steeds maar terugkomt. Want weer 3 jaar verder, (geteld van 18, 21, 24 uiteraard) ben ik dan 27 jaar als ik ga trouwen en we hebben dan al 9 jaar een relatie. 30 jaar ben ik als 'we' een kind hebben verwekt en zwanger zijn.


Op mijn 31e ben ik dan vader van een dochter. Als ik 36 jaar oud ben geworden krijg ik het derde en laatste kind en zijn we compleet. In het eerste stukje ben ik 18, 21 en 24 jaar. Dan grijp ik controle met 25 en gaat het patroon verder met de successen vanaf die overname. 27, 30, 33 en 36 jaar. Oh, wat een mooi patroon!


Maar dit levensverhaal heeft een harde streep gekregen na het overlijden van broertje. Dat is waarmee mijn leven vanaf dat moment is opgedeeld in twee stukken. Daar hoort natuurlijk wel een 'inleiding' bij die dan gemakshalve maar vanaf mijn 16-18 jaar begint. En daarmee is ongeveer alles tot mijn 25e jaar op één grote hoop geveegd. Dat is "de periode ervóór" te zien.


Eigenlijk is dat het hele stuk wat 'vergeten' mag worden, op het verlies van mijn broertje na, uiteraard. Maar dat hele gedeelte, vóór de faalstreep zeg maar, heeft dus feitelijk geen nadrukkelijke aandacht meer nodig. Dat is wat dit zegt. Het verwordt dan ook tot een soort van anekdotisch verhaal. Een plaatje dat nonchalant lijkend kan worden afgedraaid.


Want waar het om gaat is "de periode erná" Want dat, dát is de periode waarin ik mijn 'eigen' volwassen leven opbouw. Zelf de controle in handen neem. Zelf op pad ga en mijn eigen gezin sticht. Maar.... het is de periode dat ik ook mijn eigen familie achterlaat.


Ik heb jarenlang een slecht contact gehad met mijn moeder. Ik kon het geklaag en het zwartmaken van mijn vader niet uitstaan. Dat ging ook gewoon door nadat hij allang was overleden. Toch heb ik met mijn vader nog heel veel jaren méér, amper of geen contact gehad. Want hoewel ik mijn jongvolwassen jaren met hem heb gewerkt in zijn eigen onderneming, was er geen echte band van verwantschap.


Feitelijk is het zelfs zo, dat ik mijn eerste echte 'andere baan' ben gaan zoeken, omdat hij me heeft ontslagen. Maar met een huis, een baan en een vriendin had ik vanaf toen allebei mijn ouders niet meer nodig. Ook mijn moeder niet. Maar goed, mijn vader stond na de scheiding meer apart van het gezin. omdat hij uit huis ging en een relatie kreeg, terwijl de rest van het gezin bij mijn moeder in huis was.


Maar al die jaren dat ik ze in die periode niet of amper heb gezien, heb ik ze niet eens heel erg bewust ontlopen. Het leek of het zich organisch zo ontwikkelde, maar het was met een onwillekeurige rem, die ik uiteraard zelf indrukte. Mijn zes overgebleven broers en één zus, zijn dan nog wel in mijn leven, maar ook op enige afstand.


We hebben geen 'vriendenband' en ik vind dat ik me tot een 'ander niveau heb ontwikkeld' dan het niveau waarin zij zijn bleven steken. Dat blijven steken, dat was in de periode die ik niet meer wilde kennen. Dat was voor mij het pijnlijke gedeelte. Een kwart eeuw, die ik achter me wilde laten en wilde uitvegen alsof het onbelangrijk was.


De kwart eeuw waarin mijn jeugd, mishandelingen uit naam van geloof, het achterlaten van de enige gemeenschap die ik kende, het overlijden, mijn beide gescheiden ouders en ons gebroken gezin, allemaal onderdeel van waren. Mijn innerlijke systeem zocht onbewust naar afstand en verwijdering van dit oude leven. Maar mijn bewuste systeem was netjes opgevoed. En dat hielp met 'wenselijk gedrag' aan de buitenkant.


Mijn innerlijke tegenzin en weerstand tegen relatie houden met mijn familie, werd daardoor verborgen gehouden. Want door wel netjes te voldoen aan de meest minimale verplichtingen, waaraan je maatschappelijk gezien 'geacht wordt' je te houden, kon ik dat voor mezelf vergoelijken. Ik kwam keurig op de meeste verjaardagen...


Maar het systeem van verwijdering werd langzaam ongevoeliger en harder. Eén keer heb ik wel echt een mail rondgestuurd en aangekondigd dat ik een serieuze 'sabbatical' van mijn complete familie wilde. Want er was weer eens een relatie uit en ik was er klaar mee. Mijn familie was gewoon een slecht voorbeeld voor mijn kinderen! Dat moest echt even stoppen.


Het signaal moest nu maar eens duidelijk worden afgegeven, dat ik dit onzalige gedoe buiten mijn eigen keurige huishouden wilde houden. De sabbatical zou minstens voor een heel jaar zijn. Wij zouden, met onze drie kinderen, niet meer ergens op visite komen en ook geen verjaardagen bezoeken. En zelf wilden we ook geen bezoek van hen op onze eigen verjaardagen en die van onze kinderen.


En zo heb ik mijn leven van daarvóór niet alleen gebruikt voor de verklaringen aan anderen van wie ik ben. Het zijn ook de excuses geworden! Dat ik ben wie ik nu ben. Wie ik ben geworden daarná! En dus ook waarom ik zo mag reageren op het leven van vóór die faalstreep. Dat is waarom ikzelf ook vind dat ik het recht heb dat ik zo mag zijn.


Het werkt uitstekend. Bijna perfect zou ik haast willen zeggen. Totdat ik 50 jaar ben en ook dit hele systeem volledig in elkaar dondert. Alles waarvoor ik heb gewerkt. Dat betekent heel mijn sociale netwerk, de vriendenkring, mijn drie bedrijven, een eigen huis, mijn huwelijk en mijn gezin. Alles stort volledig in elkaar. Opnieuw!


Wie moet daar dan nu schuldig aan zijn? Ik toch niet?! Nee, ik zeker niet. Ik heb juist mijn stinkende best gedaan. Voor alles en iedereen. Vooral om dit alles op te bouwen. Alles wat er was en waar ik voor heb gezwoegd om voor mijn gezin te zorgen. Mijn werk. Dus ik kon het niet zijn geweest.


Dit is uiteraard niet wat ik allemaal niet op tafel leg bij deze bijeenkomst. Maar ik zeg vanavond wel iets heel anders dan het riedeltje zelf. Want ik hoor mijzelf verklaren en blootleggen, waaróm mijn leven tot nu toe verklaart en blootlegt wát ik precies 'niet voel' en waar dat vandaan komt.


Het is best een hele scherpe en duidelijke analyse eigenlijk. Maar het dringt pas achteraf tot mij door, als ik in bed lig. Het is een nieuwe doorbraak in een proces dat naar de ontknoping werkt. Want ik hoorde mezelf uitleggen dat ik, in de kern, dus het meest bang ben om het verhaal los te laten dat ik zelf zo zorgvuldig heb opgebouwd.


Dat is immers het deel waar ik mij het meest bewust van ben. De identiteit van het succesgedeelte. De 'gewenste' identiteit. Die ik zelf zo zorgvuldig in elkaar heb gezet en heb opgebouwd. Ik ben van dat voetstuk afgevallen. Maar zelf sta ik er van binnen nog op. Het voetstuk van het standbeeld dat ik heb opgericht voor de 'succesperiode' in mijn leven. Een beeld dat ik nog altijd overeind wil houden.


Het is immers mijn maatschappelijk geaccepteerde identiteit. Het is ook de erkenning en de bevestiging die ik zelf nog steeds nodig heb. Om te geloven wie ik ben en wat ik kan en dat te vertellen aan anderen. Het is immers de laatste bevestiging en erkenning die er nog is, want mijn vader is er allang niet meer.


Een andere vader had ik niet. Wilde ik ook niet. Ook geen geestelijke vader. Ik geloofde niet. Dus dit is de laatste erkenning die ik nog kan vinden. Die erkenning die helemaal alleen van mijzelf is. En daarom is het al zo lang zo verrekte onveilig om die te laten gaan en dan niets meer over te houden.


Daarom is het ook zo verrekte onveilig om te moeten erkennen dat ik helemaal niet goed bezig ben geweest, maar volkomen blind was voor mijzelf. Dat ik geen vader meer wilde, maar zelf ook geen vader kon zijn omdat ik zelf nooit volgroeid ben als kind. Dat ik geen identiteit heb van daarvóór en niet zonder identiteit durf te leven. Een identiteit die zelf niet begrijp.


Dus ik hoor mijzelf vertellen dat ik ondertussen heb 'begrepen' dat ik eigenlijk moet loslaten, wat iets anders in mij juist probeert vast te houden. Omdat ik blijkbaar die oude vergane status nog altijd nodig heb.


Maar ik voel er niet zoveel bij! Dat is mijn knelpunt. Ik doe alles zonder veel uiterlijk gevoel. Ik wéét zonder te voelen. Ik leef zonder veel te voelen en ik geloof zonder veel te voelen. De waarheid is voor mij echter wel heel zeker. Dat is geen vraag. Ik weet nu wat de waarheid is. Heel erg scherp zelfs. Ik ben overtuigd van de waarheid van het levende Evangelie.


Maar het komt alsnog niet tot de emotie daarbij. Vind ik dat erg? Ja, tot vanavond! Tot deze avond vond ik dat wel erg. Want ik leef blijkbaar nog altijd in verzet tegen het vertrouwen. Tegen loslaten. Ik leef al wel in de schaduw van God, de vader, waarvoor ik ontzag heb. Maar ik ben nog niet bereid Hem te aanvaarden als een liefdevolle vader en me in het volle vertrouwen aan hem over te geven.


Niet als ik daarvoor mijn eigen identiteit moet opgeven. Mijn controle moet loslaten. Want ik geloof wel, maar vertrouw niet. Ik laat niet los! En dat maakt dat je onwillekeurig altijd op je hoede bent en je diepe emoties niet kunt toelaten. Niet kunt loslaten uit wantrouwen dat iemand er iets mee doet, wat je juist wilt vergeten. Mijn jeugd en het gevoel daarbij, heb ik heel erg diep weggestopt.


Maar ik ben er al veel langer naar op zoek dan ik mij besefte. Ondanks mijn stevige aversie tegen psychologen en therapeuten, heb ik toch in mijn veertiger jaren een hypnotherapeut opgezocht. Want als ik die muur van binnenuit niet zelf kon afbreken, dan moest iemand anders dat maar doen van buitenaf.


Maar... ook de derde keer raakte ik niet onder hypnose, waarmee het direct mijn laatste keer was. Daarmee kon ik opgelucht mijn aversie en de nonsens van therapie en 'gepraat' bevestigen. Maar toch maakte ik me stiekem ook zorgen over de kracht van het systeem in mij. Die deze controle in de kern, maar niet kon loslaten.


Maar ik ben nu op een heel ander pad gezet door mijn kennismaking met Jezus Christus en het levende Evangelie. Ik ben zo door God, op een route geduwd die op weg gaat naar de kern die ik zo goed verborgen heb. Stukje bij beetje komt het dichterbij. Omdat de Heere, die mij stuurt, alles weet!


Dat is wat de kopregel van Psalm 139 in de Bijbel, zegt. Het is de kopregel die aan Psalm 139 is toegekend door vertalers, waarmee ze de inhoud van het hoofstuk al wilden benoemen.


De Heere weet alles.

Psalm 139

Een psalm van David, voor de koorleider.

Maar dat is de Bijbeltekst nog niet, die begint daarna pas.


Psalm 139:1-6

HEERE, U doorgrondt en kent mij.

Ú kent mijn zitten en mijn opstaan,

U begrijpt van verre mijn gedachten.

U onderzoekt mijn gaan en mijn liggen,

U bent met al mijn wegen vertrouwd.

Al is er nog geen woord op mijn tong,

zie, HEERE, U weet het alles.

U sluit mij in van achter en van voren,

U legt Uw hand op mij.

Dit kennen – het is mij te wonderlijk,

te hoog, ik kan er niet bij.


Het is een tekst die juist vanavond, in déze groep, in een gebed voor mij, zomaar ineens op mijn pad wordt gezet en tot mij mag doordringen. Een tekst die mijn eigen beperking duidelijk maakt. Want ik weet het zelf niet, maar degene die mij heeft gemaakt wél.


De Heere weet alles, zo wordt verder uitgelegd in Psalm 139:13-16


Want Ú hebt mijn nieren geschapen,

mij in de schoot van mijn moeder geweven.

Ik loof U omdat ik ontzagwekkend wonderlijk gemaakt ben;

wonderlijk zijn Uw werken,

mijn ziel weet dat zeer goed.

Mijn beenderen waren voor U niet verborgen,

toen ik in het verborgene gemaakt ben

en geborduurd werd in de laagste plaatsen van de aarde.

Uw ogen hebben mijn ongevormd begin gezien,

en zij alle werden in Uw boek beschreven,

de dagen dat zij gevormd werden,

toen er nog niet één van hen bestond.


Jesaja 49:1

"De HEER heeft mij al in de moederschoot geroepen,

al voor mijn geboorte noemde hij mijn naam."


Lukas 12:7

"Ja, zelfs de haren van uw hoofd zijn alle geteld. Wees dan niet bevreesd; u gaat veel musjes te boven."


Dat is pas 'Fabian' kennen, nietwaar? Het is zelfs vollediger dan ik het ooit zelf zal kunnen kennen. En om bij Psalm 139 te blijven; Zijn ogen hebben 'mijn ongevormde begin' al gezien. Ik ben al bijgeschreven in Zijn boek nog voor ik zelf überhaupt wist dat ik bestond en er nog niemand was gemaakt. En Hij is het die mij helpt op het pad van ontdekking. Met Zijn wijsheid en alle kennis die er is.


Dat maakt dat ik nu al wél wéét waar ik heel erg bang voor ben, of ben geweest, maar er nu geen 'angst' meer voor heb. Ik zie wel dat er nog een 'onbewuste' diepgewortelde angst aanwezig is. Met name voor die confrontatie met mezelf. Die pijn zal gaan doen, omdat ik al weet wat er dan, menselijk gezien, van me overblijft.


Het onveilig gehechte kind, diep van binnen, wil dat voorkomen. Die wil dat ik zijn naamloze identiteit vergeet en er de aandacht niet op wil vestigen. Die heeft een verhaal bedacht dat ikzelf ben gaan vertellen. Die van een geaccepteerde identiteit. Een verhaal waarin de onveilige identiteit diep weggestopt is en in een nisje van de muur is verstopt die, speciaal daarvoor, er ook omheen gebouwd is.

Dat is waarom ik er tot nu toe nooit naar heb 'kunnen' kijken en dat 'onbewust' ook nooit gewild heb. En wat ik ook steeds heb weten te vermijden. Maar tegelijk heb ik, nu al, het volledige vertrouwen, dat ik het aankan als dat moment komt. Omdat ik weet dat Hij er dan bij is. Met de bodem die Hij nu onder mij heeft neergelegd. Een bodem, die ik hiervoor nooit heb gekend.


Maar daarover en nog heel veel meer onveilige hechting in de volgende delen, als die gaan ontstaan. Vermoedelijk wel. Want er is bij mij geen twijfel over deze timing. En bij u ook niet meer denk ik, als ik u vertel dat het volgende hoofdstuk in deze kring dan juist gaat over "Het moederhart van God"


Om in mijn geloof van ontzag, macht en kracht, van de Vader, nu juist toch ook naar het liefdevolle vertrouwen te kunnen komen. De liefde en het vertrouwen van de Zoon en de Geest. Het vertrouwen, daar waar 'het loslaten' zich bevindt. Daar waar gevoel en emotie niet tot uiting komt in overmacht en kracht, maar juist in overgave en vertrouwen.


Bijzonder dat alles in mijn leven en het verhaal daarover nog steeds perfect gericht blijft op de drie. Het getal dat dan toch het hele verhaal blijft vormen, maar heel anders dan ik dat van tevoren had gedacht. Want het is ook de derde keer dat ik echt volledig opnieuw heb moeten beginnen. In één leven.


Maar dit is de laatste stap geweest. De finale stap. Ik ben waar ik moet zijn. Bij God. Bij de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.



Comments


Inschrijfformulier

Bedankt voor de inzending!

  • LinkedIn

2024 door WeekvandeLeek.

bottom of page