Als het oorlog is, mag ik dan bij jou?
Als er onweer komt, mag ik dan bij jou?
Als ik bang ben, mag ik dan bij jou?
Als het einde komt, mag ik dan bij jou?
Want als ik bij jou mag, mag jij ook bij mij
Ik houd een kamer voor je vrij.
Wat een prachtige tekst uit een lied van Claudia de Breij, nietwaar? Een hoopvolle belofte van verbinding in een tijd met allerlei uitdagingen. De wens om niet alleen te zijn, maar met iemand. Iemand die jou koestert en wie jij koestert. Zo'n verlangen naar een onverbrekelijke betrouwbare verbinding, spreekt hieruit, nietwaar? Om een schuilplaats te hebben om je veilig in te voelen.
Claudia de Breij staat niet bekend om haar geloof in God. Maar toch heeft ze onbedoeld een prachtige gospel geschreven. Want het zegt eigenlijk precies wat de kern van het geloof is. Dat is je uitstrekken naar God, hem vragen om bij Hem te mogen zijn, en dan zal je nooit alleen zijn. Want als je een kamertje in je hart voor hem vrij maakt en Hem bij jou laat wonen, dan heeft Hij ook een kamer voor jou vrij. Voor eeuwig.
Zo zal zij het niet hebben bedoeld, vermoed ik. En ook niet dat ze haar inspiratie ook rechtstreeks in de Bijbel had kunnen terugvinden. Want de vraag: "Als het einde komt, mag ik dan bij U?" is al beantwoord. En het is natuurlijk niet toevallig voor het grootste gedeelte terug te vinden in de Psalmen... Wat een liefdevolle hoopvolle verbinding, nietwaar?
Psalm 27:5 (HSV) Want Hij doet mij schuilen in Zijn hut op de dag van het onheil. Hij verbergt mij in het verborgene van Zijn tent, Hij plaatst mij hoog op een rots.
Psalm 91:4 (NBV) Hij zal je beschermen met zijn vleugels, onder zijn wieken vind je een toevlucht, zijn trouw is een schild en pantser.
Psalm 94:22 (HSV) Maar de HEERE is mij een veilige vesting geweest, mijn God is mij tot een rots, mijn toevlucht.
Psalm 4:9 (NBV) In vrede leg ik mij neer en meteen slaap ik in, want U, HEER, laat mij wonen in een vertrouwd en veilig huis.
Psalm 27: (NBV) Al trok een leger tegen mij op, mijn hart zou onbevreesd zijn, al woedde er een oorlog tegen mij, nog zou ik mij veilig weten.
En over de kamer in jouw eigen hart
1 Koningen 8:18 (HSV) Maar de HEERE zei tegen mijn vader David: Dat het in uw hart was om voor Mijn Naam een huis te bouwen, daar hebt u goed aan gedaan, dat dit in uw hart was.
En wat er aan het einde terugkomt als je Hem ook een kamer hebt gegeven.
Johannes 14:2 (HTB) In het huis van mijn Vader zijn veel kamers. Als dat niet zo was, zou Ik het jullie wel gezegd hebben. Ik ga er nu heen om alles voor jullie in orde te maken.
Nahum 1:7 (NBV) De HEER is goed, een vesting in tijden van nood, Hij kent wie bij Hem schuilen.
Openbaring 7:16-17 (NBV) Dan zullen ze geen honger meer lijden en geen dorst, de zon zal hen niet meer steken, de hitte hen niet bevangen. Want het lam midden voor de troon zal hen hoeden, hen naar de waterbronnen van het leven brengen. En God zal alle tranen uit hun ogen wissen.
En zo is er ook een krachtig gezegde dat zegt: "Als de nood het hoogst is, is de redding nabij!"
En dat is precies waar iedereen zich in elke periode van de geschiedenis aan vast heeft mogen houden. Want er is een belofte voor wie gelooft en een kamer in zijn hart heeft voor God. En dan ben je op het einde niet alleen, dan mag je Zijn majesteit binnenwandelen en er voor altijd verblijven.
Maranatha!
Comments